Geestverruimende blik op stad en regio

Tientallen ontwerpers hebben de Stad en de Regio van de Toekomst uitgedacht. Adembenemende,  vernieuwende en wereldvreemde plannen, die het verdienen om zonder ironie te worden beoordeeld.

De drie brancheverenigingen BNA, BNSP en NVTL, respectievelijk van architecten, planologen, en stedenbouwkundigen en landschapsarchitecten, hebben zich de afgelopen maanden over de toekomst gebogen. De uitkomst is twee groots opgezette, aansprekende projecten, eentje over de Stad van de Toekomst (BNA) en eentje over de Regio van de Toekomst (BNSP en NVTL). Ontwerpend onderzoek is hier ingezet om te experimenteren met het koppelen van de grote opgaven van de toekomst. Het gaat om woningbouw door verdichting, energieproductie en -efficiency, klimaatadaptatie, mobiliteit, landschapshervorming en agrarische productie. En in een enkel project ook om bewonerstrots.

De resultaten van het project Stad van de Toekomst zijn in december in Pakhuis de Zwijger gepresenteerd. De Regio van de Toekomst werd eind maart met een happening in Scheveningen afgesloten. Tientallen ontwerpers, onderzoekers, proceskenners en ambtenaren zijn bij de projecten betrokken. De ontwerpen zijn bij wijle adembenemend, uitermate complex en zo vernieuwend dat ze soms wereldvreemd worden. 

De hoop was dat de projecten effect hebben op de Nationale Omgevingsvisie die later dit jaar verschijnt, en die de klaroenstoot moet geven voor de Grote Verbouwing van Nederland. Intussen is wel duidelijk dat dat effect miniem zal zijn. De NOVI is nagenoeg klaar, en het is bovendien meer een proces-document dan dat er inhoudelijke keuzes over de inrichting van Nederland worden gemaakt.

RO opnieuw uitgevonden
Maar toch. Ondanks het ontbrekend realisme, het zijn geweldige projecten. Ze illustreren dat de wereld complex is en dat we die complexiteit kunnen overwinnen met ontwerpend onderzoek en ruimtelijke ordening, en dat we, als we het professioneel doen, het land ook mooier kunnen maken. De éminence grise van de stedenbouw, Joost Schrijnen, concludeert dat met deze projecten de bij het oud vuil gezette ruimtelijke ordening opnieuw wordt uitgevonden. 

Bij het maken van plannen - structuur-, omgevings- of anderszins -   gaat het niet alleen om het resultaat. De waarde zit ‘m in het proces, het gezamenlijk verkennen, onderzoeken, schetsen, uitproberen en doordenken van mogelijke toekomsten. In dat proces worden de bakens verzet. Natuurlijk moet er een product uitkomen, waar een stadsbestuur en klap op kan geven, maar daarin zit bepaald niet de essentie. 

En zo is het met deze twee projecten over de toekomst ook. Hier hebben tientallen creatieve geesten buiten de kaders gedacht, zijn nieuwe wegen ingeslagen en hebben vervolgens 95% van hun experimenten weggegooid en slechts vijf procent behouden. Dit is dé manier om plezier te houden in je werk als ontwerper, procesmanager en ambtenaar. Het is dé manier om de toekomst te benaderen als een culturele daad. 

Misverstand
Dat de gepresenteerde studieresultaten in de werkelijke wereld niet bruikbaar zijn is geen reden voor ironie. In de echte wereld zijn er opdrachtgevers, financieel planners en juristen die de luchtkastelenbouwers wel weer op de grond zetten. Maar stel je voor dat er géén luchtkastelenbouwers zouden zijn, dan zou heel Nederland gevuld zijn met louter functionele distributieloodsen, doorzonwoningen, OV-haltes en anonieme kantoorkolossen. 

In de ogen van de meeste opdrachtgevers en (Haagse) politici, én in de ogen van het grote publiek, zijn ontwerpers de leveranciers van het fraaie gevelplaatje en de technische tekening bij hun inhoudelijke programma van eisen. Dat is een misverstand. 

Het ontwerpend onderzoek is er juist voor om dat inhoudelijke programma te verrijken. Ontwerpers heb je nodig op het moment dat je je eerste gedachten vormt over een voorgenomen investering. Ontwerpers brengen je als investeerder in de war door het complexer te maken, door er van alles bij te betrekken waar je niet aan gedacht had, en waar je geen behoefte aan hebt. Als het goed is (en in deze twee projecten was dat nietgoed) betrekken ze ook de bewoners en gebruikers in de omgeving bij het plan, om het met hun inzichten te verrijken. Dat klinkt onaantrekkelijk, maar om rijksadviseur Daan Zandbelt te citeren: ‘Als je een complex vraagstuk complexer maakt (door meer partijen te betrekken), dan wordt het oplossen ervan echt niet moeilijker’. Een vrij adequate definitie van de vakman luidt immers: ‘Een goede ontwerper geeft je waar je niet om gevraagd hebt’. 

Op 18 april wordt in Het Nieuwe Instituut in Rotterdam het boek met de resultaten van Stad van de Toekomst gepresenteerd. Zet het in de kast, leg het in de la, maar omarm de gemeenschap die met ontwerpend onderzoek de bakens durft te verzetten. De grote communicatievraag is hoe opdrachtgevers, bewoners en bestuurders evenveel plezier in de toekomst kunnen krijgen als de onderzoekende ontwerpers.


Flip ten Cate | maart | 2019
Aanmelden voor de nieuwsbrief Federatie Ruimtelijke Kwaliteit kan via:
http://www.ruimtelijkekwaliteit.nl/aanmelden-nieuwsbrief 

 

Nieuwe Publicaties

Onderstaande publicaties zijn zolang de voorraad strekt, tegen verzendkosten te bestellen bij de Federatie Ruimtelijke Kwaliteit: info@ruimtelijkekwaliteit.nl

  • Jaarverslag over 2022Jaarverslag over 2022

    In 2022 groeide de formatie van de Federatie Ruimtelijke Kwaliteit en werden er tal van initiatieven genomen en activiteiten ontplooid. Financieel waren er de nodige tegenvallers.

    lees verder

  • Ruimtelijke Kwaliteit bij Fabrieksmatige WoningbouwRuimtelijke Kwaliteit bij Fabrieksmatige Woningbouw

    Meer goede woningen op de korte termijn én blijvende ruimtelijke kwaliteit met elkaar verenigen is het doel van het traject Ruimtelijke Kwaliteit bij Fabrieksmatige Woningbouw

    lees verder

  • Duurzame StadsgezichtenDuurzame Stadsgezichten

    De huizen in beschermde stadsgezichten worden ook verduurzaamd. Hoe is dat mogelijk zonder afbreuk te doen aan de ruimtelijke kwaliteit en de erfgoedwaarde?

    lees verder

Federatie Ruimtelijke Kwaliteit